Burgerbevraging 2023

Ben je tevreden over jouw gemeente of stad? Is het leuk wonen in jouw buurt? Zijn er voldoende fietspaden? Ben je tevreden over de dienstverlening in jouw gemeente of stad? 135.000 inwoners verspreid over de 300 gemeenten en steden namen in 2023 deel aan de burgerbevraging Gemeente-Stadsmonitor.

Driejaarlijks organiseert het Agentschap Binnenlands Bestuur in samenwerking met Statistiek Vlaanderen de burgerbevraging Gemeente-Stadsmonitor. Hiermee wordt gepeild naar de tevredenheid, de participatie en het gedrag van burgers, en dat over heel uitlopende thema's heen: van samenleven over wonen tot mobiliteit en klimaat.

Voor inwoners is deze driejaarlijkse burgerbevraging een unieke kans om hun mening te geven over beleidsrelevante thema’s. Voor lokale besturen op hun beurt genereert de burgerbevraging een schat aan informatie, in de vorm van 130 indicatoren over het leven en wonen in de gemeente.

De Stadsmonitor richt zich op de dertien centrumsteden en werd in 2023 voor de achtste keer uitgevoerd. De Gemeentemonitor richt zich op de 287 andere Vlaamse gemeenten en steden (vóór de fusies van 1 januari 2019 nog 295 gemeenten) en werd in 2023 voor de derde keer georganiseerd. Beide bevragingen werden voor deze editie van de Gemeente-Stadsmonitor volledig op elkaar afgestemd. Bijgevolg beschikken we voor elke Vlaamse gemeente over een groot aantal indicatoren uit de burgerbevraging.

Wil je meer weten over de burgerbevraging Gemeente-Stadsmonitoe editie 2020? Klik dan hier door voor meer informatie.

 

De vragenlijst Gemeente-Stadsmonitor

De vragenlijst van de burgerbevraging Gemeente-Stadsmonitor is tot stand gekomen op basis van de vragenlijsten van de voorgaande edities, aangevuld met feedback van andere entiteiten van de Vlaamse overheid, een delegatie van de dertien centrumsteden, een delegatie van de 287 andere gemeenten en steden en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). De vragenlijst voor de dertien centrumsteden en die voor de overige gemeenten werden voor deze editie van de Gemeente-Stadsmonitor inhoudelijk volledig op elkaar afgestemd.

Je kan beide vragenlijsten hier downloaden:
- Gemeentemonitor
- Stadsmonitor

Vragenlijst Gemeente-Stadsmonitor 2023

 

Hoe verliep de burgerbevraging 2023?

De burgerbevraging startte op 22 maart 2023 in de gemeenten en op 3 mei 2023 in de centrumsteden. De respondenten kregen eerst de kans om een digitale vragenlijst in te vullen. De respondenten die de vragenlijst, na een eerste herinnering, niet digitaal hadden ingevuld, kregen een papieren versie aangeboden.

Datum bezorging
Gemeentemonitor
Datum bezorging
Stadsmonitor
 
Inhoud
 
Aantal verzonden
22-23 maart 2023 3-4 mei 2023 Uitnodigingsbrief met link naar online vragenlijst 389.714
29-30 maart 2023 10-11 mei 2023 Herinneringsbrief met link naar online vragenlijst 389.714
26-27 april 2023 7-8 juni 2023 Herinneringsbrief met schriftelijke vragenlijst en link naar online vragenlijst 299.027
Vanaf midden juni Vanaf midden juni Bedankkaartje en geschenkbon 7.500

 

Wie werd bevraagd?

In elke Vlaamse gemeente werd een representatief staal van de inwoners van 17 tot en met 85 jaar bevraagd, zodat voor elke gemeente statistisch betrouwbare uitspraken mogelijk zijn. In totaal werden voor alle 300 gemeenten samen 389.714 personen gevraagd om deel te nemen aan het onderzoek.

De steekproeftrekking gebeurde door het Rijksregister en dit op basis van een steekproefplan. De steekproef is gebaseerd op een impliciete stratificatie: de populatielijst werd geordend volgens geslacht, leeftijd en herkomst, waarna systematisch eenheden werden geselecteerd. Stel bijvoorbeeld dat er in een gemeente van 50.000 inwoners 500 mensen geselecteerd moeten worden. De sprong is dan gelijk aan 100. Er wordt een toevalsgetal (t) getrokken tussen 1 en 100. De steekproef bevat dan de elementen t, 100+t, 200+t… Elke inwoner had op die manier evenveel kans om aan het onderzoek deel te nemen. Dit is een eerste voorwaarde voor representativiteit van de respons. Zo zijn voor elke gemeente statistisch betrouwbare uitspraken mogelijk over de tevredenheid, het gedrag en de participatie van inwoners.

 

Vertrouwelijkheid van persoonsgegevens staat voorop

Alle persoonsgegevens die in het kader van de burgerbevraging Gemeente-Stadsmonitor werden verzameld, werden verwerkt volgens en beschermd door de vereisten van de Europese en Belgische privacyregelgeving, in het bijzonder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het Agentschap Binnenlands Bestuur werkte voor deze bevraging samen met de Vlaamse Statistische Autoriteit, die als vertrouwenspartij werd aangesteld door het Rijksregister. De Vlaamse Statistische Autoriteit zorgde voor de verwerking van de adresgegevens voor deze bevraging. Een gespecialiseerd veldwerkbureau verzorgde het drukwerk en de verzending van de bevraging om de gegevensverwerking conform de AVG te laten verlopen. Hiertoe kreeg het Agentschap Binnenlands Bestuur een machtiging van het Rijksregister en sloot het een protocol af tussen de betrokken partijen. De vertrouwelijkheid van persoonsgegevens kon zo op elk ogenblik worden gewaarborgd.

Het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft enkel een gepseudonimiseerd databestand ontvangen om de resultaten van de burgerbevraging te genereren. Het verwerkt deze gegevens voor de realisatie van de Gemeente-Stadsmonitor en voor statistische en wetenschappelijke doeleinden. Ze staan voor beleidsrelevant onderzoek ook ter beschikking van de Vlaamse gemeenten en steden. Alle resultaten worden altijd uitsluitend op een geaggregeerd niveau gepubliceerd. Er worden nooit individuele gegevens gepubliceerd.

 

1 op 3 inwoners nam deel aan de bevraging

Van de 389.714 aangeschreven personen vulden er 135.766 de vragenlijst in. Dit is een brutorespons van 34,8%. Na kwaliteitscontroles door de Vlaamse Statistische Autoriteit bedraagt de nettorespons 33,2% (129.336 personen). Hiervan vulde 25,1% de vragenlijst schriftelijk in en 74,9% online.

    Brutorespons Nettorespons    
  Steekproef # % # % Schriftelijk Online
Gemeentemonitor 270.514 96.416 35,6% 91.462 33,8% 25,5% 74,5%
Stadsmonitor 119.200 39.350 33,0% 37.874 31,8% 24,0% 76,0%
Totaal 389.714 135.766 34,8% 129.336 33,2% 25,1% 74,9%

De dertien centrumsteden kregen in het kader van de Stadsmonitor de mogelijkheid om extra bevragingen te laten uitvoeren om niet alleen resultaten op stadsniveau, maar ook op stadsdeelniveau te bekomen. Alle centrumsteden behalve Kortrijk deden beroep op deze mogelijkheid. Daar liggen de aantallen bijgevolg hoger.

Een overzicht van de responsgraad per gemeente vind je in dit Excel-bestand.

 

Representativiteit naar geslacht, leeftijd en nationaliteit

In de steekproef is er een vertekening door de over- of ondervertegenwoordiging van bepaalde groepen. Vrouwen hebben de vragenlijst vaker ingevuld dan mannen. Bij de jongere leeftijdsgroepen tot 45 jaar is er een ondervertegenwoordiging. Er zijn minder personen van deze leeftijdscategorieën onder de respondenten dan in de werkelijke populatie. In de leeftijdsgroepen vanaf 55 jaar daarentegen is er een oververtegenwoordiging. Zij hebben de vragenlijst vaker ingevuld dan de jongeren. Personen met een Belgische herkomst hebben vaker deelgenomen aan de bevraging dan personen met een buitenlandse herkomst.

  Populatie
(17-85 jaar)
Netto steekproef
(ongewogen)

Verschil
Man 49,6% 47,5% -2,1%
Vrouw 50,4% 52,5% 2,1%
17-24 jaar 11,1% 8,1% -3,0%
25-34 jaar 15,6% 11,4% -4,2%
35-44 jaar 16,2% 13,9% -2,3%
45-54 jaar 16,3% 15,9% -0,4%
55-64 jaar 17,5% 21,0% 3,5%
65-74 jaar 13,8% 19,2% 5,4%
75-85 jaar 9,5% 10,7% 1,2%
Belgische herkomst 76,4% 83,7% 7,3%
EU-herkomst 10,3% 7,6% -2,7%
Niet-EU-herkomst 13,4% 8,7% -4,7%

Om de non-responsvertekening door de over- en ondervertegenwoordiging van bepaalde groepen te ondervangen, worden gewichten berekend voor de uiteindelijke steekproef. Die houden rekening met de verdeling naar leeftijd, geslacht en herkomst in de gemeenten en met de bevolkingsomvang.

De gewogen steekproef is representatief voor de kenmerken leeftijd, geslacht en herkomst in elk van de gemeenten en voor alle 300 gemeenten samen, met uitzondering van Herstappe. Voor kenmerken die samenhangen met leeftijd, geslacht en/of herkomst zal de gewogen verdeling anders zijn dan de ongewogen verdeling. De (moeilijk of niet te bewijzen) assumptie is ook dat de gewogen verdeling een betere weergave biedt van de werkelijke verdeling dan de ongewogen verdeling. Omdat de kans op non-respons nog samenhangt met vele andere kenmerken, sluit deze weging niet alle non-responsvertekening uit.

 

Resultaten binnen een betrouwbaarheidsinterval

Bij onderzoeken die zich baseren op een steekproef om veralgemenende uitspraken te doen, moeten we rekening houden met een foutenmarge. Zo kan je op grond van een steekproef van 500 respondenten uit een gemeente niet beweren dat 85% van de inwoners tevreden is over een voorziening. Je kan wel zeggen dat tussen 83% en 88% van de inwoners tevreden is. Dit is het betrouwbaarheidsinterval. Daarvan kan je met een grote waarschijnlijkheid stellen dat het populatiepercentage, het werkelijke percentage voor alle inwoners van de gemeente, zich erin bevindt.

Voor nagenoeg alle gemeenten is de respons voldoende groot om betrouwbare en valide uitspraken te doen. Alleen voor Herstappe is de respons te klein. Voor deze gemeente zijn er daarom geen surveyresultaten, al worden de resultaten van de respondenten uit Herstappe wel meegenomen voor het berekenen van de surveyresultaten op het niveau van het Vlaamse Gewest. Voor een paar gemeenten is de respons aan de lagere kant (110-200 eenheden), maar laten de aantallen toch toe om uitspraken te doen, rekening houdend met een bredere foutenmarge.

Hoewel we op deze website en in de rapporten geen betrouwbaarheidsintervallen rapporteren, zijn voor alle surveyresultaten wel betrouwbaarheidsintervallen beschikbaar. Hoe groter het steekproefaantal, des te smaller het betrouwbaarheidsinterval en des te kleiner de foutenmarge waarmee rekening gehouden moet worden. Alle betrouwbaarheidsintervallen werden berekend met een betrouwbaarheid van 95%.

 

Hoe lees en interpreteer je de betrouwbaarheidsintervallen?

Voor Gemeente X zie je bijvoorbeeld dat in 2023 de tevredenheid over een bepaalde voorziening 71% bedraagt, met een betrouwbaarheidsinterval tussen 69% en 73%. In 2020 bedroeg de tevredenheid 69%, met een betrouwbaarheidsinterval tussen 67% en 71%. Er is een lichte overlap tussen de twee betrouwbaarheidsintervallen. Je kan hier bijgevolg niet spreken van een significant verschil tussen de twee metingen, want een score van 70% is een mogelijke waarde bij beide meetpunten.

Voor Gemeente Y daarentegen zie je bijvoorbeeld dat in 2023 de tevredenheid over die voorziening 83% bedraagt, met een betrouwbaarheidsinterval tussen 80% en 86%. In 2020 bedroeg de tevredenheid 75%, met een betrouwbaarheidsinterval tussen 73% en 77%. Hier is er geen overlap tussen de twee betrouwbaarheidsintervallen. Je kan hier bijgevolg spreken van een significant verschil tussen de twee metingen, en meer bepaald van een stijging.

Leggen we tot slot de percentages en betrouwbaarheidsintervallen van Gemeente X en Gemeente Y voor 2023 naast elkaar, dan is er opnieuw geen overlap tussen de twee betrouwbaarheidsintervallen. Je kan hier bijgevolg spreken van een significant verschil tussen de twee gemeenten. De tevredenheid in Gemeente Y ligt meer bepaald hoger dan in Gemeente X.